versleten sokken

Versleten sokken

Geplaatst op

Versleten sokken

Vanmorgen gooide ik een paar versleten sokken in de vuilnisbak en prompt was het alsof ik mijn moeder hoorde. ‘Je tante Riek is een lui mens. Ze stopt geen sokken als er gaten in zitten, ze gooit ze weg. Belachelijk.’

Ben ik lui? Toegegeven, ik ben niet de modelhuisvrouw die mama was. Huishoudelijk werk was voor haar een levensstijl die begon op haar vijftiende, toen haar vader haar wegstuurde om dienstmeid voor dag en nacht te worden. Een nooit aflatend plichtsgevoel liet haar zwoegen, elke dag, de hele dag door. Het huis was altijd smetteloos, van koelkast tot badkamer, van kelder tot zolder. Wanneer ze stofzuigde verwijderde ze de stang, monteerde het kleinste mondje en kroop op handen en knieën over het kamerbrede tapijt om elke kruimel en hondenhaar op te zuigen. Haar aanrecht was altijd opgeruimd. Ze verzorgde dagelijks het ontbijt en had zonder uitzondering om twaalf uur het warm eten klaarstaan, zodat wij na de lunch op tijd naar school konden terugfietsen. De dag dat ze een koekenpan liet vallen en de kokende olie tegen haar benen spatte, schrobde ze eerst de keukenvloer; tegen de tijd dat ze naar de huisarts ging, waren haar benen twee reuzeblaren. Toen mijn vader zijn baan verloor vond mama werk als schoonmaakster op een school en deed waar ze goed in was. En na een lange werkdag legde ze haar vermoeide, vergroeide voeten te rusten, nam haar naaikistje op schoot en deed verstelwerkjes.

Vanaf mijn twaalfde moest ik mijn eigen slaapkamer opruimen en schoonmaken, want ‘je bent een meisje, dus je moet het leren.’ Vreselijk vond ik het. Vies, schreef mama in het stof op mijn boekenplank. Aan het helpen met de afwas ontsnapte ik elke avond weer. ‘Ik moet nog huiswerk doen.’

Ik ben inmiddels de vijftig gepasseerd, heb zelf een gezin en geniet ervan wanneer het huis schoon is. Toch geraakt huishoudelijk werk op de een of andere manier altijd onderaan mijn prioriteitenlijstje. Ik stofzuig snel, met de lange stang. Strijken doe ik nooit. Ik was één keer per dag af. Nog nooit heb ik een grote schoonmaak gehouden. En ik stop geen sokken. Ik lees liever een boek – of de Bijbel. Ik vind het leuker om met mijn man te praten – of met mijn ogen dicht naar worshipmuziek te luisteren. Vrienden te bezoeken. Te schrijven, een boswandeling te maken, te kletsen met mijn dochter of haar te helpen met haar huiswerk. Laatst vroeg ze, ‘Wie komt er vanavond eten?’

‘Waarom vraag je dat, lieverd?’ Met een zwaai droogde ik de net geboende wastafel en keek op.

‘Omdat je aan het schoonmaken bent.’

Het is waar dat ik vaak onrustig word bij het idee van onverwacht bezoek, met stapels vieze borden in de keuken, een smoezelige vloer, drie honden in de gang en schoolboeken plus de halve inhoud van mijn dochters ruim gesorteerde toilettafel verspreid in de stoffige huiskamer. Maar dan lees ik het verhaal over Martha en Maria en besluit dat ik niet lui ben. Het is alleen dat ik liever stralend tussen de rommel, maar aan Jezus’ voeten zit, dan vermoeid en chagrijnig in een brandschoon huis.

Tegelijkertijd kan ik me niet voorstellen dat er stof of viezigheid in de hemel is. Mama heeft het er vast en zeker naar haar zin.

***

Bijbelverzen: Lukas 10:38-42

photo credit: New socks required ! via photopin (license)